Nieuwsbrief december 2020

Inhoud
- Onderhoudswerkzaamheden
- Dagvlinders en Nachtvlinders II
- Mededelingen
- Een wandeling met... Marije Mutter

Onderhoudswerkzaamheden
door Laurens Garstenveld


Degene die de afgelopen tijd bij het Vragenderveen is geweest, is het vast en zeker opgevallen dat er wat meer daglicht in het veen is gekomen!
Uitkijkend vanaf het natuurobservatiepunt (N.O.P.) is het uitzicht veel veranderd. Vele berkenbomen en struikgewas zijn omgezaagd. De reden hiervoor is
dat in principe in het veen geen berken thuis horen. Door het aanbrengen van de damwand in 2010 hebben intussen wel veel berken het loodje gelegd,
omdat ze niet van natte voeten houden. De berken die bleven staan, nemen natuurlijk ook veel water op. Water, wat voor de veenvorming heel
belangrijk is. De droogte van de afgelopen 3 jaar heeft hier dan ook niet positief aan bij gedragen.
Door de goede contacten met Natuurmonumenten in de persoon van de heer André Westendorp werden we gewezen op een stuk in het Meddose Veen waar zij 2 jaar geleden alle berkenopslag hadden omgezaagd. Met enkele bestuursleden van SMVV hebben we dit bekeken en het zag er verrassend positief uit. Dus werd er besloten om dit in ons Vragenderveen ook uit te voeren. Vanuit de Provincie werd hiervoor geld vrijgemaakt. Op 11 augustus ’s morgens vroeg om 05.00 uur is men begonnen met de zaagwerkzaamheden. I.v.m. de hitte (+30°) stopte men rond het middaguur. Er is gekozen om de 20 ha ten zuidoosten van het N.O.P. als eerste te doen. Al met al heeft dit 3 weken in beslag genomen, onder niet al te gemakkelijke omstandigheden. De bedoeling is om in 2021 de uitlopers te verwijderen, ook zal er dan geëvalueerd worden. Mocht dit alles positief zijn dan wordt ook het gebied ten noordoosten van de N.O.P. aangepakt. Het zal eerst wat onwennig zijn in het gebied, maar als SMVV zijn we zeer tevreden over de genomen maatregelen.



Natuurobservatiepost met omgezaagde berken.

Dagvlinders en nachtvlinders
Door Wim Enserink

In de vorige aflevering van deze nieuwsbrief hebben we geschreven over het verschil tussen dagvlinders en nachtvlinders. In de bufferzone van het Vragenderveen tellen we al gedurende meerdere jaren regelmatig de dagvlinders. Intussen zijn we gestart met het tellen van nachtvlinders. Dit is een project van de gemeente Oost Gelre in samenwerking met de Vlinderstichting. Op verschillende plekken in de gemeente worden deze vlinders geteld en een van de telpunten is in het Vragenderveen. Over de bedoeling van dit project, de manier waarop we tellen en over de resultaten daarvan zullen we een
volgende keer wat uitvoeriger berichten. In dit artikel kijken we terug op de telling van dagvlinders in het Vragenderveen van afgelopen seizoen(en). Vanaf het jaar 2014 tellen we in de bufferzone tussen 1 maart en 1 oktober alle dagvlinders op een route die bestaat uit 15 stukken van ongeveer 50 meter. Deze telling is onderdeel van een landelijk project van de Vlinderstichting. De resultaten van alle routes (honderden!) in het hele land worden verzameld. Op die manier is te zien hoe het gaat met de vlinderstand. Als het mogelijk is worden in overleg met andere instanties maatregelen genomen om soorten te helpen waarmee het niet goed gaat. Dat lukt lang niet altijd: 42 vlindersoorten zijn de laatste 50 jaar (sterk) achteruit gegaan, 15 soorten zijn helemaal verdwenen en 10 staan op het punt te verdwijnen. Na zeven jaar tellen kunnen we ook voor het Vragenderveen zien hoe de vlinderstand zich ontwikkelt. Dat is natuurlijk veel minder lang dan hierboven staat, we kunnen alleen over deze 7 jaren iets zeggen. We noemen een aantal opvallende dingen:

In de 7 teljaren hebben we 32 verschillende soorten vlinders gezien. Dat is best veel want het is meer dan de helft van de ongeveer 60 dagvlinders die in ons land voorkomen. Sommige hebben we overigens maar één of twee keer gezien.

De aantallen vlinders dat we elk jaar telden, zijn niet helemaal te vergelijken  omdat we niet elk jaar precies even vaak tellen. Dat lag tussen 26 en 30 keer. Een week meer of minder tellen in de maand juli kan zo maar 200 vlinders  chelen. Grof gezegd bleven de aantallen al die jaren vrij stabiel en zagen we rond 1400 vlinders per jaar. De twee laatste jaren waren wel wat minder.  ogelijk heeft dat te maken met de droge en warme zomers van 2018, 2019 en 2020. Er waren daardoor minder  bloeiende planten en dus was er minder  voedsel te vinden. Misschien zijn er echter ook wel andere oorzaken, het is niet zo makkelijk een verklaring te geven. Ons gebied is daarbij geen uitzondering, landelijk was het beeld hetzelfde, met een nog sterkere daling van de aantallen. 

De aantallen per soort zijn wel aan het veranderen. In het  begin was het klein geaderd witje de vlinder die we het meest tegen kwamen. De laatste jaren was het bruine zandoogje, een typische graslandvlinder, de  winnaar. De hele zomer kun je hem (en ook haar) zien op de wat ruigere stukken met veel kruiden. De droogte heeft deze vlinder waarschijnlijk geen goed  gedaan, de aantallen zijn gedaald. De citroenvlinder, waar het wel goed mee gaat, heeft hem ingehaald.


Ook een andere vlinder van kruidenrijke graslanden, het koevinkje, hebben we veel minder gezien, net als bijvoorbeeld het groot dikkopje. En zelfs van heel gewone vlinders zoals het al genoemde klein geaderd witje, waren er de laatste jaren opvallend minder.



Groot dikkopje



Sommige soorten lijken helemaal verdwenen. Al drie jaar achter elkaar hebben we geen kleine vos meer kunnen tellen. Dit is een vlinder die tot een jaar of  vijf geleden nog heel gewoon was, ook in parken en tuinen. Overal in Nederland is het een vrij zeldzame vlinder geworden. Dat we dit jaar geen enkele distelvlinder zagen heeft een andere oorzaak. Dit is een trekvlinder die vanuit Afrika of Zuid-Europa naar ons toekomt. In sommige jaren gebeurt dat massaal zoals in 2019, in andere jaren zie je ze nauwelijks.



Koevinkje


Om niet al te zeer in mineur te eindigen: we zien nog steeds enkele zeldzame soorten. In het voorjaar vloog een grote vos op de wilgenkatjes, een soort die helemaal was verdwenen uit Nederland, maar die de laatste jaren weer terug lijkt te komen als standvlinder.



Grote weerschijnvlinder

In de zomer troffen we weer meerdere exemplaren van de kleine ijsvogelvlinder en de grote weerschijnvlinder. Deze vlinders komen bijna alleen voor in delen van Brabant, de Achterhoek en Twente. Het bruine blauwtje (inderdaad, een wat vreemde naam) is minder zeldzaam, maar we zagen hem op onze telroute  pas voor de tweede keer.



Bruine blauwtje.

En er waren zelfs een paar nieuwelingen. Het staartblauwtje (een kleine vlinder met een miniem staartje aan de achtervleugel) was twee jaren geleden ook  al eens een keer gezien, net buiten onze telroute. Deze vlinder was al 80 jaar niet meer gevonden in Nederland, tot er in 2011 een paar werden waargenomen in Limburg. De laatste jaren wordt hij altijd wel ergens gevonden. Begin september werd hij gefotografeerd in ons gebied.



Staartblauwtje.

De kleine parelmoervlinder is voor het Vragenderveen echt helemaal nieuw. Tot enkele jaren geleden kwam deze mooi getekende vlinder bijna alleen in de  duinen voor. De laatste tijd wordt hij steeds vaker in het binnenland gezien, vooral op zandgronden. Waarschijnlijk profiteert deze vlinder van de warme zomers. Nu heeft hij dus ook ons bereikt. Of het een blijver is moeten we afwachten. De waardplanten (voedsel voor de rupsen) van de vlinder zijn  akkerviooltjes. Die staan er niet zo heel veel in de bufferzone. Samengevat: Landelijk gezien gaat het niet goed met de dagvlinders. Veel soorten hebben het moeilijk of zijn al verdwenen en de aantallen van veel soorten dalen al jaren. Dat is bij ons ook zo, al lijkt de afname de laatste jaren mee te vallen. De
soortenrijkdom is nog altijd behoorlijk groot en in de afgelopen zeven jaar was de teruggang niet heel opvallend. Dat is in gebieden met al die bloemloze weilanden heel anders, hier daalden de aantallen in de laatste tientallen jaren schrikbarend. Natuurgebieden met kruidenrijke weilanden en bosranden met een gevarieerde struiklaag en voldoende zonnige plekken zoals onze bufferzone, zijn overal een soort vluchtheuvel in het vaak weinig gevarieerde cultuurlandschap. Daar weten veel soorten zich nog min of meer te handhaven.



Parelmoervlinder.

Nog meer weten over vlinders? Kijk op www.vlinderstichting.nl. Of ga mee met onze jaarlijkse vlinderexcursie door de bufferzone, altijd op de eerste zaterdag van juli.

Mededelingen
Door de genomen maatregelen rondom het Coronavirus konden er dit jaar helaas een aantal activiteiten en excursies niet doorgaan. Voor de juniorclub  bleef het bij één samenkomst in februari om vogelhuisjes te bouwen wat wel een geslaagde dag was. Als wij in 2021 weer activiteiten kunnen plannen dan  worden de juniorleden daar via de e-mail meteen van op de hoogte gebracht.

Voor de jaarlijkse vriendenexcursie hebben wij alvast 29 augustus 2021 vastgelegd. Zodra wij t.z.t. weten of het door kan gaan, volgt daarover in de zomernieuwsbrief bericht, ook over hoe daarvoor in te schrijven. Wij wensen al onze vrienden en vrijwilligers een fijne afsluiting van 2020!

Een wandeling met...
Marije Mutter

Voor onze nieuwe rubriek ga ik als redacteur van deze nieuwsbrief geregeld de natuurgebieden van de Stichting Marke Vragender Veen in. Dat doe ik dus niet alleen. Elke keer mag ik met iemand gaan wandelen die hier geboren of getogen is of op een andere manier een binding heeft met deze streek.
SMVV heeft verschillende wandelroutes uitgestippeld, die allemaal langs of door natuurgebieden lopen die (deels) in beheer zijn van de stichting. Op de website www.vragenderveen.nl zijn alle 7 wandelroutes te vinden. Het voordeel van een wandelroute is dat je op elke plek kan gaan beginnen, omdat starten
eindpunt hetzelfde zijn. Deze keer ging ik op stap met natuurliefhebber Marije Mutter. Wij treffen elkaar op een zonnige middag in oktober, na een aantal dagen met flinke regenbuien, om samen 't Bultepad te gaan lopen. Wij beginnen onze wandeling in Lichtenvoorde waar we vanuit de Aaltenseweg de G.J. Doorninkweg inlopen. Een weg die doet vermoeden dat je hier niet verder mag lopen, maar het tegendeel is waar. Na een stukje bestrating mag je hier namelijk langs de sloot gaan wandelen. Aan deze kant, die links van de Hamalandroute ligt, bevindt zich het meest avontuurlijke gedeelte van 't Bultepad.
Marije is opgegroeid op een mooie plek buitenaf in Voor-Beltrum waar haar ouders neergestreken waren vanuit Enschede. Het Vragenderveen leerde ze op de basisschool kennen waar het onderdeel uitmaakte van een les waarna ze met de klas ook op excursie ging in het natuurgebied. Ook als gezin kwamen ze veel buiten en wandelden vroeger vaker in het Rommelgebergte, rondom Lievelde en Borculo. Marije is dan ook een echt natuurmens. In het bos of langs het water, zij woont nu heel dicht aan de IJssel, vind ze rust. De bladeren, de dieren, de geuren, het ruizen van de wind in de bomen, al die details neemt
ze waar en in zich op. Het voelen en bewust maken van wat de natuur te bieden heeft, laat haar meer in het moment zijn. Iets wat ze als noodzakelijk beschouwt, omdat ze weet dat ieder mens hierop gedijt. Ondertussen zijn wij bij de Vlasspreideweg aangekomen en staan wij haast meditatief naar een waterval bij een slot te kijken. Door de nodige regen die de afgelopen tijd is gevallen zijn de sloten weer goed gevuld en moeten wij door enorme plassen
waden om de route verder te kunnen lopen. Laarzen zijn dus, ook op deze voor een groot deel verharde route, geen overbodige luxe. Als sociaal  edagogisch hulpverlener en cultureel antropoloog heeft Marije Wat voor paddenstoel is dat? heel veel met mensen te doen. Zo kwam ze in 2016 voor het eerst in Griekenland terecht om vluchtelingen te helpen in de toen rap opgezette tentenkampen. De mensen die Marije daar onder andere tegenkwam
kwamen uit oorlogslanden zoals Syrië, Afghanistan en Pakistan of zijn politieke vluchtelingen uit Iran en Irak of uit hele arme landen, zoals Eritrea. Ondanks dat het een geroezemoes aan veel verschillende talen was verliep de communicatie goed en zeker in het begin hadden de vluchtelingen goede
hoop op een goed einde van de ellende die ze meegemaakt hadden. Marije heeft meerdere jaren in Griekenland geleefd, heeft onder andere dagelijks kleding uitgegeven, goederentransporten geregeld en samen met Grieken exposities georganiseerd. De vluchtelingen een soort van verwerking van hun
trauma's kunnen bieden middels het maken van kunst was een geweldig idee. Marije is dan ook niet iemand die haar ogen sluit voor problemen. En heeft ze één ding geleerd: op het moment dat wij niet goed zorgen voor de wereld om ons heen, zitten wij allemaal met dezelfde problemen. Alleen samen  kunnen wij helpen om van de wereld een betere plek te maken. En daarmee zijn wij weer bij het beginpunt van onze wandeling aanbeland.



Marije Mutter.

< Terug naar het nieuwsoverzicht